Italiaanse banken kregen maandag opnieuw flinke klappen op de beurs in Milaan. Beleggers maakten zich de laatste dagen al zorgen over de wankele kapitaalbuffers van sommige financiële instellingen, daar kwamen nu extra zorgen over de grote hoeveelheid slechte leningen bij de financiële instellingen bij.
De Italiaanse Banca Monte dei Paschi di Siena kreeg van de Europese Centrale Bank (ECB) te horen dat het meer slechte leningen op zijn balans moet wegwerken. Waar de bank eind vorig jaar nog voor 24,2 miljard euro aan kredieten had uitstaan die waarschijnlijk niet kunnen worden afgelost, moet dat bedrag in 2018 zijn teruggebracht tot maximaal 14,6 miljard euro.
Monte Paschi, opgericht in 1472 en daarmee de oudste bank ter wereld, bevestigde dat maandag na berichtgeving van Italiaanse media.
Monte Paschi verloor op de beurs 14 procent. De handel in het aandeel werd verschillende keren kort stilgelegd omdat de verliezen snel opliepen. Sinds begin 2016 is al meer dan 70 procent van de beurswaarde van de op twee na grootste bank van Italië in rook opgegaan. Ook andere banken waren wederom uit de gratie. Banco Popolare, Intesa Sanpaolo en Unicredit leverden tussen de 3 en 4,5 procent in.
Brexit-referendum
Ook de onzekerheid rond de financiële sector die ontstaan is na het Britse Brexit-referendum, trok een wissel op de Italiaanse banken. De regering in Rome zou bereid zijn de sector met een bedrag tot wel 40 miljard euro te hulp te schieten, maar het is de vraag of dergelijke staatssteun te verenigen valt met Europese regels.
De regering moet voor 29 juli een beslissing nemen. Dan publiceert de Europese Bankenautoriteit (EBA) de resultaten van haar stresstest van de Europese financiële sector. Tegenvallende resultaten kunnen de druk op het Italiaanse bankensysteem verder verhogen.
Druk op Italië
Wat de zaak extra gecompliceerd maakt voor de Italiaanse premier Matteo Renzi is dat het opschonen van banken volgens nieuwe Europese regels in principe eerst moet gebeuren door obligatiehouders van banken te laten meebetalen aan het versterken van de kapitaalbuffers.
Veel Italiaanse particulieren hebben echter belegd in bankobligaties, terwijl banken ook van elkaar obligaties hebben gekocht. Vooral de particuliere betrokkenheid maakt het inroepen van de zogenoemde 'bail in'-route om Italiaanse banken te redden, politiek problematisch voor Renzi.
Daar komt nog bij dat Renzi zijn politieke leven heeft verbonden aan een in oktober te houden referendum over hervorming van de Italiaanse Senaat. Dit om het land beter bestuurbaar te maken. Verliest Renzi dit referendum en komen er nieuwe verkiezingen, dan gooit de eurosceptische Vijf Sterren Partij van Beppe Grillo waarschijnlijk hoge ogen.
Bron: ANP/Z24
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl